Ik had mijn pet afgelopen dinsdag op mijn
werk laten liggen. Niet op de algemene kapstok, maar op een haakje bij een van
de flexplekken. En dat is iets anders dan je pet laten liggen op je eigen
werkplek, want dan vind je hem de volgende werkdag weer terug op dezelfde plek,
want het is tenslotte jouw eigen plek. Zo niet met flexplekken.
Eenmaal in de trein bedacht ik het me pas
en dan doe je er niets meer aan. Maar intussen bedacht ik mij kilometers lang
wat er met mijn dierbare pet zou gebeuren. Ik ben hem al eens kwijt geweest,
een aantal jaren geleden. Nergens meer terug te vinden, totdat ik met Sinterklaas
een treiterig gedichtje moest voorlezen en ik opeens snapte dat ik hem per
Sint-pakketje weer terug kreeg. Helemaal uit Spanje, zei het gedicht, maar aan
de glunderende snoet van mijn oudste dochter te zien had ik hem bij haar had
laten liggen. Maar dat zou nu, met die flexplekken, niet gebeuren. Daar helpt
geen lieve Sint aan, en ook geen Pieten – van welke kleur dan ook.
Bij Duivendrecht kon ik mijzelf nog wijsmaken,
dat ze mijn arme pet wel gewoon zouden laten hangen. Maar toen we Weesp eenmaal
voorbij waren, wist ik zeker dat die mogelijkheid eigenlijk tot nul moest
worden gereduceerd. Maar waar zouden ze hem laten. Bij de dames van de
receptie, natuurlijk, dacht ik bij Almere Muziekwijk. Of misschien op de bar
van de lounge, bedacht ik me bij Almere Centrum. Zouden ze hem op het “prikbord”
gaan hangen, vroeg ik me af, terwijl ik weer een gratis safariritje langs de
Oostvaarders Plassen kreeg. Waar zou ik andermans pet laten als ik die zou
vinden, vroeg ik me sinds Lelystad Centrum af?
Twee dagen later vond ik hem weer: op de
algemene kapstok bij de ingang van onze gang. Hij lag daar keurig op mij te
wachten. Het is een heel flexibele pet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten