Sinds de PThU uit Kampen
wegverhuisd is, woon ik niet meer op drie minuten afstand van een van de beste
oudtestamentische bibliotheken van Nederland. Het werd dus tijd om andere
bibliotheken te bezoeken. En dat valt niet mee. Niet omdat ik zo conservatief
ben dat ik niet kan overschakelen, maar wel omdat het flexwerken me een beetje
in de weg zit.
Kijk, de bibliotheek van de
Theologische Universiteit Kampen (Broederweg) zit op zes minuten lopen afstand,
dus als ik snel iets nodig heb en deze bibliotheek heeft het voorhanden, dan
loop ik daar even heen. Maar niet alles is daar, zeker niet op andere
vakgebieden dan de theologie. En dat is soms nodig. Dus het werd tijd om mijn
pas van de VU-bibliotheek van het stof te ontdoen. En dat betekent:
administratie! Eerst had ik dat niet zo door en vroeg rustig een aantal boeken
aan om ze op te halen als ik weer eens een dag werkte in Amsterdam. Gemiddeld
kom ik daar zo’n twee dagen in de week, dus waarom niet? Ik zal vertellen
waarom niet!
Maar dan die derde: Over
het christelijke gezinsleven. Dat is van 1906. Bepaald niet Targoem, bepaald
niet zestiende eeuw. Heb ik dat aangevraagd? En waarvoor dan? Bladerend in de
inhoudsopgave blijkt dat het een band is met verschillende kleine boekjes van die
tijd. Eén ervan komt me wel bekend voor: Gunning over de man als priester van
het gezin. Nu weet ik het weer: dat is niet voor mijn Targoemonderzoek, maar
voor de nieuwe bundel van het CERT (Center for Evangelical and Reformation
Theology). Daarin wil ik die gedachte – de man als priester van het gezin –
nader bestuderen: waar komt die gedachte vandaan en hoe vult men die in? Ik
vind het namelijk een vreemde gedachte binnen evangelische theologie!
Nadat ik Gunnings pagina’s heb gescand
en electronisch heb opgeslagen, kijk ik verder in mijn agenda. Wat moest ik nog
meer? Een boek over de opkomst van de encyclopedieën – want een collega
vermoedt dat het maken van meertalige bijbels in de zestiende eeuw in deze
trend paste! Dat boek had ik toch aangevraagd? Waarom stond het dan niet bij
die andere? Terug naar de negende verdieping: nee, daar staat het echt niet.
Gevraagd aan de bibliothecaris aldaar: dat staat op de tweede verdieping. Ah,
vergeten om in mijn agenda te schrijven! En inderdaad staat het op de tweede,
alleen is het een artikelenbundel waarin de zestiende eeuw nu juist weer niet
vertegenwoordigd is...
Na een vergadering weer verder
met het werk. Want nu ik hier toch in Amsterdam ben, moet ik wel alles doen wat
ik hier te doen heb. Ik had nog twee boeken aangevraagd. Bij “mijn leengegevens”
staan die echter niet. Hoe kan dat nu? Wacht eens even, had ik dat niet bij de
PThU aangevraagd? Een verdieping lager bij de PThU hebben ze inderdaad twee
boeken voor mij: één over de christenen uit de zestiende eeuw die Hebreeuws
bestudeerden en één over het Rusland van de zeventiende eeuw. Die laatste zal
voor mijn echtgenoot zijn, want met Rusland heb ik niets. Dat boek had ik niet eens in mijn agenda staan. Maar goed dat de bibliothecaris het nog wist.
Waar is dan dat laatste boek? Ik
had in mijn agenda staan dat ik een boek over Johannes Reuchlin moest hebben:
hij was in de zestiende eeuw fel gekant tegen het verbranden of zelfs in de ban
doen van Joodse literatuur. De catalogus van de VU wijst aan dat deze aanwezig
is op de tiende verdieping, maar dat ik die niet had kunnen reserveren: het
staat in een van de boekenkasten waarbij je het boek zelf moet pakken en
lenen... Zelfservice. Dus op naar de tiende verdieping.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten