Als ik thuiswerk, heb ik een aantal regels om dat werk ook
efficiënt te laten gebeuren: (1) ’s avonds alvast opruimen en de meeste
mailtjes bekijken en/of beantwoorden, zodat er ’s morgens direct gewerkt kan
worden aan een grotere klus; (2) werken in een aparte studeerkamer, aan het
eigen bureau en niet aan de keukentafel waar de vaat je aanstaart of in de
kamer waar je ook de krant zou kunnen gaan lezen; en (3) de studeerkamerdeur
dicht als ik werkelijk creatief bezig ben met schrijven. Zo blijft ook thuis
het werk van privé gescheiden en kan ik rustig schrijven – wat op het werk soms
niet lukt. Zo ‘werkt’ het thuiswerken en mijn huisgenoten weten inmiddels wat een
dichte studeerkamerdeur betekent. Behalve de kat!
Onze kat Buddy snapt niets van de scheiding tussen werk en
privé. Of: als ze het wel snapt, dan wenst ze zich daar niets van aan te
trekken. Zo komt ze regelmatig mauwen aan die dichte deur, totdat je van pure
ellende de deur opendoet en de kat maar binnenlaat. Maar dan komen de volgende
taferelen. Ze drentelt mauwend om je heen en springt op het bureau. Ze gaat
zogenaamd geïnteresseerd naar buiten staren, achter je beeldscherm, totdat ze
door heeft dat jij haar totaal vergeten bent. Op dat moment slaat de jaloezie
toe. Jij bent bezig met je muis (!) en dus gaat ze daar naast zitten, daarna
liggen. Half op en half naast je muismat. Je ben dus net niet meer in staat je
muis fatsoenlijk te gebruiken.
Oké, kat een duw naar rechts en je werkt weer verder. Maar
dan moet je even iemand bellen. Telefoon naar je toegehaald, nummer ingetoetst
en zodra je contact hebt, staat poes op en begint luidkeels ‘mee te praten’. Weer
jaloers: tegen wie praat je? Niet tegen mij! Goed, met de ene hand de hoorn en
dan maar met de andere hand de kat van het bureau aftillen. Maar dat laat ze
zich niet zomaar aanleunen. Ze springt terug op het bureau en loopt langs – en even
later natuurlijk over – je toetsenbord. Terwijl daar nog de tekst van je nieuwe
artikel op het beeldscherm staat. Afgelopen met je telefoongesprek! Je tekst
moet worden gered!!
Wat rest, is: de kat optillen, naar beneden dragen en de
deur uitzetten. En als je dan weer aan het werk bent, hopen dat niet een of
andere lieve huisgenoot het klagelijk jammerend beest uit puur medelijden weer
binnenlaat, zodat het hele verhaal weer van voren af aan begint. Thuiswerken,
het heeft zo zijn eigen problemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten