maandag 24 december 2012

Flexibel Vakantiegevoel


Vandaag eerst de opening van het academisch jaar en ook de eerste dag dat ik bij de nieuwe afdeling van Theologie rondloop. Voor de vakantie heb ik om de een of andere reden de rondleiding gemist en tijdens mijn vakantie kom ik niet op mijn werk. Andere collega’s waren duidelijk al wel eerder geweest: die werkten al op de flexplekken alsof ze nooit iets anders gedaan hadden.

Ik kwam aan de deur waardoor je alleen mag gaan met de juiste pas. Mijn angst dat mijn pasje met foto – waarvoor ik eindeloos lang geposeerd heb, omdat de apparatuur niet werkte zoals het hoorde – niet zou werken, werd niet bewaarheid. Eén keer het pasje voor de scanner en de deur klikte los. Ik was binnen! Daarna begon de zoektocht: waar is de kist met boeken en persoonlijke spulletjes die ik voor de vakantie heb ingepakt? En waar is de kast waarin al dat spul gestouwd moet worden? Ik moet er behoorlijk wanhopig uitgezien hebben, want iemand sprak me direct aan. De directeur bedrijfsvoering zelf stond als een ware gastheer rond te kijken of iedereen wel goed terechtkwam. Hij haalde de lijsten tevoorschijn en jawel, daar stond mijn kastnummer. En bij die kast stonden mijn spullen. Binnen twee minuten waren mijn planken vol en de vloer weer leeg.

Dan op zoek naar een kopieerapparaat, want ik moest nog een hoofdstukje uit een boek scannen en op Blackboard zetten. Een dame van het secretariaat wees me de weg en hielp zelfs om mijn pasje aan mijn inlognaam en wachtwoord te koppelen! Dat was me voor de vakantie nog niet gelukt met mijn treinpas of bankpas, omdat ik daar eenvoudig te lui voor was geweest. En bovendien, alles ging na de vakantie toch weer veranderen…. En zoveel kopieer ik nou ook weer niet… Uitvluchten om niet even iemand om hulp te vragen of om zelf aan de knoppen van een onbekend apparaat te zitten, u kent ze misschien wel.

Het kopieerapparaat zelf was nog niet erg gewend aan het flexwerken, dat was direct duidelijk. Ik kon inloggen – met mijn werkende pas! – en ik kon de optie ‘Scannen naar pdf’ zomaar vinden, maar toen begon het gelazer: ik kreeg bovenaan de interface de mededeling dat hij – ik denk aan kopieerapparaten in mannelijke termen – geen usb kon detecteren en tegelijkertijd onderaan de mededeling dat mijn usb-stick niet compatibel was. Nu kun je daar een hele exegese op loslaten: is mijn usb-stick niet compatibel, omdat hij niet te detecteren is? Of is hij niet te detecteren, omdat hij niet compatibel is? Of moet ik toch beide mededelingen in een soort paradox naast elkaar laten staan? Maar in dit geval hielp geen enkele exegese, zelfs niet toen een collega-nieuwtestamenticus langs kwam om er zijn licht over te laten schijnen, het apparaat bleef totaal onflexibel weigeren te scannen!

Nu had ik me voorbereid op flexibel zijn, dus was ik flexibel. Dan maar geen pdf om op Blackboard te zetten. Ik zou mijn studenten vertellen dat het desbetreffende artikeltje wat later zou komen – via de mail natuurlijk. Ah, de zoektocht naar een eenzame computer! De meeste kamertjes waren al bezet door wijzere collega’s die waarschijnlijk al voor de opening van het jaar een plekje hadden veroverd en niet eerst met het kopieerapparaat hadden staan stoeien. Eentje gevonden: oeps, deze heeft geen toetsenbord – vandaar dat er niemand zit. Kijk, daar is ook een computer vrij: hij geeft de mededeling dat hij zijn harde schijf niet kan vinden. Duidelijk een apparaat met in identiteitscrisis. Daar dan: ja, zowaar een computer en flexplek voor mij! Ik aan het werk op mijn flexplek.

 Intussen lopen er nog steeds verwilderde mensen rond, te zoeken en te vragen naar hun boeken, kasten, plekken, studenten of docenten. Telkens als ze mij iets vragen, moet ik helaas maar naar waarheid vertellen dat ik het ook niet weet. Ik weet niet waar de lijst met kastnummers is, die had het secretariaat. Ik weet wel waar het secretariaat is – dat is niet te missen na de ingangsdeur – maar waar de mensen zijn die daar horen te werken, weet ik niet. Ik weet niet waar het toetsenbord is van die ene computer die nog vrij is. En nee, ik weet ook niet wie daarover gaat. En al helemaal niet waar die persoon te vinden is. Ik weet niet waar de koffieautomaat is. En nee, ook niet of er cafeïnevrije koffie uit gehaald kan worden. En langzamerhand denk ik dat ik achter de verkeerde ‘slogan’ zit. Mijn deur – hier begint het toe-eigenen al weer; het is natuurlijk ‘de deur waarachter ik flexibel vandaag werk en morgen waarschijnlijk niet’ – heeft de slogan ‘Science without religion is lame, religion without science blind’. Ik had moeten zitten achter: ‘Ik weet slechts één ding en dat is dat ik niets weet.’ Maar die hangt waarschijnlijk bij filosofie. Theologen zijn niet geneigd tot een dusdanige nederigheid.

En zo komt langzamerhand het vakantiegevoel weer bij mij boven. Op vakantie, in een vreemd huisje in een vreemde omgeving, weet je in het begin ook dat je nog niets weet. Alles is anders, ieder kastje dat je opent, herbergt verrassingen. Ieder wandelpad dat je inslaat, is het begin van een nieuw avontuur. Zo ook hier op de tweede verdieping van de E-vleugel: alles is anders, alles is nieuw en het hele werken wordt één groot avontuur. Je weet niet of het leuk wordt of niet. Je moet er zelf maar iets van maken. Het is toch mooi dat mijn werkgever mij de gelegenheid biedt het vakantiegevoel nog even langer vast te houden dan in andere jaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten