donderdag 27 december 2012

Flexibele stoelendans


Flexwerken betekent dat je telkens een andere computer hebt én een andere telefoon. Nu hebben we gelukkig wel een persoonlijk nummer gekregen, zodat we niet op iedere dag aan al onze naasten moeten doorgeven op welk nummer we nu weer bereikbaar zijn. Hoe dat precies zou werken met dat persoonlijke nummer wist ik niet, maar een collega die even kwam buurten, had het al van een andere collega gehoord. En zo kwam de mondelinge overlevering weer een stapje verder. Je moet op het knopje “inloggen” van de telefoon drukken, dan je persoonlijke nummer intoetsen met een hekje en tot slot een pincode. Dan komt op het scherm van je telefoon je persoonlijke nummer te staan. En zo waar, het werkte.

Tot na ongeveer een uur. Toen zag ik dat het oorspronkelijke nummer weer was verschenen. Ik was onbereikbaar geworden! Je begint van alles te denken: Heb ik iets fout gedaan? Is de telefoon gekoppeld aan de computer en heb ik die even uitgehad? Nee, dat toch niet. En wat kan ik fout gedaan hebben? Het zal wel een telefoonstroomstoring geweest zijn.

De volgende dag flexwerken overkwam me echter precies hetzelfde: ingelogd, goed nummer op schermpje, tot ongeveer een uurtje later! Weer was mijn persoonlijke nummer weg. Dan begin je toch vreemdere dingen te denken: Is dit misschien de bedoeling? Dat we zo flexibel worden, dat we na een uur toch worden geacht ergens anders te gaan werken? Geen werkplekken toe-eigenen, maar rouleren! Of – het gebeurde telkens rond 12 uur – was het de bedoeling dat we ’s middags ergens anders werkten dan ’s morgens en zou het rondom 6 uur ’s avonds dus weer gebeuren? Was er, kortom, sprake van een soort gereguleerde stoelendans?

Maar stoelendans betekent doorgaans dat er ook gereguleerd één stoel tekort is. Wiens stoel zou dat dan blijken te zijn? De decaan bij voorbeeld: nooit achter een computer meer, maar ieder uur een gesprekje met een andere werknemer om zo de werksfeer op te snuiven? Of degene die het meest geconcentreerd aan het werk was geweest – die had tenslotte geen tijd gehad om op zijn telefoon of horloge te kijken dat het al weer tijd was om op te schuiven – en dus het meest aan zijn werkplek vastzat en het minst flexibel dreigde te worden? Of was het toch andersom: degene die systematisch het snelst weer inlogde in zijn telefoon, zou bij de leiding bekend staan als degene die het meest in zijn neus zit te peuteren? Een soort Big Brother is watching you!

Navraag bij andere collega’s liet blijken dat het alleen mijn nummer is dat er na een tijdje mee ophoudt. Ik denk dat ik maar eens ga informeren bij wie ik deze superflexibele, maar storende fout moet melden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten