Flexwerken betekent dat je telkens een andere computer hebt
én een andere telefoon. Nu hebben we gelukkig wel een persoonlijk nummer
gekregen, zodat we niet op iedere dag aan al onze naasten moeten doorgeven op
welk nummer we nu weer bereikbaar zijn. Hoe dat precies zou werken met dat
persoonlijke nummer wist ik niet, maar een collega die even kwam buurten, had
het al van een andere collega gehoord. En zo kwam de mondelinge overlevering
weer een stapje verder. Je moet op het knopje “inloggen” van de telefoon
drukken, dan je persoonlijke nummer intoetsen met een hekje en tot slot een
pincode. Dan komt op het scherm van je telefoon je persoonlijke nummer te
staan. En zo waar, het werkte.
Tot na ongeveer een uur. Toen zag ik dat het oorspronkelijke
nummer weer was verschenen. Ik was onbereikbaar geworden! Je begint van alles
te denken: Heb ik iets fout gedaan? Is de telefoon gekoppeld aan de computer en
heb ik die even uitgehad? Nee, dat toch niet. En wat kan ik fout gedaan hebben?
Het zal wel een telefoonstroomstoring geweest zijn.
De volgende dag flexwerken overkwam me echter precies
hetzelfde: ingelogd, goed nummer op schermpje, tot ongeveer een uurtje later!
Weer was mijn persoonlijke nummer weg. Dan begin je toch vreemdere dingen te
denken: Is dit misschien de bedoeling? Dat we zo flexibel worden, dat we na een
uur toch worden geacht ergens anders te gaan werken? Geen werkplekken
toe-eigenen, maar rouleren! Of – het gebeurde telkens rond 12 uur – was het de
bedoeling dat we ’s middags ergens anders werkten dan ’s morgens en zou het
rondom 6 uur ’s avonds dus weer gebeuren? Was er, kortom, sprake van een soort
gereguleerde stoelendans?
Maar stoelendans betekent doorgaans dat er ook gereguleerd
één stoel tekort is. Wiens stoel zou dat dan blijken te zijn? De decaan bij
voorbeeld: nooit achter een computer meer, maar ieder uur een gesprekje met een
andere werknemer om zo de werksfeer op te snuiven? Of degene die het meest
geconcentreerd aan het werk was geweest – die had tenslotte geen tijd gehad om
op zijn telefoon of horloge te kijken dat het al weer tijd was om op te
schuiven – en dus het meest aan zijn werkplek vastzat en het minst flexibel
dreigde te worden? Of was het toch andersom: degene die systematisch het snelst
weer inlogde in zijn telefoon, zou bij de leiding bekend staan als degene die
het meest in zijn neus zit te peuteren? Een soort Big Brother is watching you!
Navraag bij andere collega’s liet blijken dat het alleen
mijn nummer is dat er na een tijdje mee ophoudt. Ik denk dat ik maar eens ga
informeren bij wie ik deze superflexibele, maar storende fout moet melden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten