maandag 28 januari 2013

Flexibel schoonmaken


Ik zal het maar eerlijk bekennen: ik ben zo langzamerhand bang dat we weer een staking onder de schoonmakers krijgen. En dat komt door de clean desk policy en het nieuwe werken. Ik zal mijn angst uitleggen; hij stamt uit mijn eigen ervaring.

Ik ben mijn carrière begonnen als schoonmaakster. Je moet wat als je student bent en het geld dreigt op te raken. En bij de stomerij wilden ze mij niet hebben, omdat ik er zo jong uitzag. Ze konden niet geloven dat ik in staat was een broek te persen of een jurkje fatsoenlijk te strijken. Ze zagen natuurlijk niet dat ik uit een gezin met zeven kinderen kwam, waarbij mijn moeder ons vanaf ons twaalfde onze eigen kleren liet strijken. Wisten we gelijk, dat we niet al te veel leuke frutselbloesjes moesten kopen, want dat kostte later tijd. Veel tijd.

Zo werd ik schoonmaakster bij een bedrijf in Zwolle. En ik heb daarbij twee werkplekken gehad die ik kan vergelijken met het ‘oude werken’ en het ‘nieuwe werken’. Eerst heb ik een tijd bij een uitgeverij schoongemaakt, zo’n echte waar nog niet alles digitaal ging en waar mensen werkelijk knipten en plakten. Stickers plakten om de opmaak op te leuken. En waar lieten ze het papiertje dat achterop de sticker had gezeten? Op de grond. En soms de stickers ook, omdat ze toch de verkeerde hadden gepakt. Het was een grote rommelboel op de bureaus, op de grond, in de asbakjes (toen mochten ze nog op de werkplek roken) en in de prullenbakken. Ze lieten ook alles liggen op de bureaus, want morgen gingen ze weer gewoon verder met het werk. Zo ongeveer, zoals ik bij het oude werken mijn bureau volledig liet vollopen met boeken, papieren en andere benodigdheden, want morgen ging ik toch weer verder met datzelfde werk. Als schoonmaker niet om door te komen. Je mag niets verschuiven, want dan kreeg je klachten dat ze ‘alles kwijt waren’. Eigenlijk maakte je de bureaus dus nooit schoon, want er was gewoon geen stukje zichtbaar om schoon te maken. Ging helemaal in tegen mijn calvinistische werkethiek.

Dus bij deze aan alle schoonmakers van de VU die ooit mijn bureau hebben proberen schoon te maken terwijl het zo’n troep was: BEDANKT !!

Daarna werd ik in een polikliniek geplaatst, bij de oogartsen. Die overgang was net zo groot als de overgang naar het flexwerken. Niet dat ze in die polikliniek flexten. Ik zie het al voor me: de oogarts zit in de kamer van de oorarts en test of de ogen van de patiënt de piepjes van het apparaat wel kunnen horen! Maar het was er wel altijd keurig opgeruimd. Echt een clean desk policy. Ik kwam ook nooit iets tegen waar ik niet aan mocht zitten. Ik kwam trouwens ook nooit stof tegen. Het was allemaal in een handomdraai weer schoon. Desinfecteren moest hier en daar, maar voor de rest tamelijk saai werk. Eerlijk gezegd begon ik te verlangen naar de rommel bij de uitgever. Daar had je (1) iets te mopperen en (2) eer van je werk, want je zag tenminste dat je wat gedaan had – al was het alleen maar het oprapen van alle proppen en stickervellen van de vloer.

En nu, na al die jaren overvolle bureaus en uitpuilende boekenkasten te hebben schoongemaakt (met alle moeite van dien), mogen onze schoonmakers deze overgang ook meemaken: clean desk policy. En omdat ze altijd de desken kunnen schoonmaken en er nauwelijks kasten zijn, is er ook bijna niets meer echt vies. In een handomdraai is zo’n flexplek weer helemaal schoon. Desinfecteren hoeft niet. Vandaar dat ik angstig dacht: Zou er een dag komen dat de schoonmakers in staking gaan en een slordiger en viezere werkvloer gaan eisen? Zouden ze ooit terugverlangen naar de kamers met de enorme puinhopen, waarbij je wel het idee had dat je eer van je werk had?

Voor nu wens ik ze het allerbeste met deze overgang. En ook voor de komende periode: BEDANKT !!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten