Ik zal het maar eerlijk bekennen: ik ben zo langzamerhand
bang dat we weer een staking onder de schoonmakers krijgen. En dat komt door de
clean desk policy en het nieuwe
werken. Ik zal mijn angst uitleggen; hij stamt uit mijn eigen ervaring.
Ik ben mijn carrière begonnen als schoonmaakster. Je moet
wat als je student bent en het geld dreigt op te raken. En bij de stomerij
wilden ze mij niet hebben, omdat ik er zo jong uitzag. Ze konden niet geloven
dat ik in staat was een broek te persen of een jurkje fatsoenlijk te strijken.
Ze zagen natuurlijk niet dat ik uit een gezin met zeven kinderen kwam, waarbij mijn
moeder ons vanaf ons twaalfde onze eigen kleren liet strijken. Wisten we gelijk,
dat we niet al te veel leuke frutselbloesjes moesten kopen, want dat kostte
later tijd. Veel tijd.
Zo werd ik schoonmaakster bij een bedrijf in Zwolle. En ik
heb daarbij twee werkplekken gehad die ik kan vergelijken met het ‘oude werken’
en het ‘nieuwe werken’. Eerst heb ik een tijd bij een uitgeverij schoongemaakt,
zo’n echte waar nog niet alles digitaal ging en waar mensen werkelijk knipten
en plakten. Stickers plakten om de opmaak op te leuken. En waar lieten ze het
papiertje dat achterop de sticker had gezeten? Op de grond. En soms de stickers
ook, omdat ze toch de verkeerde hadden gepakt. Het was een grote rommelboel op
de bureaus, op de grond, in de asbakjes (toen mochten ze nog op de werkplek
roken) en in de prullenbakken. Ze lieten ook alles liggen op de bureaus, want
morgen gingen ze weer gewoon verder met het werk. Zo ongeveer, zoals ik bij het
oude werken mijn bureau volledig liet vollopen met boeken, papieren en andere
benodigdheden, want morgen ging ik toch weer verder met datzelfde werk. Als
schoonmaker niet om door te komen. Je mag niets verschuiven, want dan kreeg je
klachten dat ze ‘alles kwijt waren’. Eigenlijk maakte je de bureaus dus nooit
schoon, want er was gewoon geen stukje zichtbaar om schoon te maken. Ging
helemaal in tegen mijn calvinistische werkethiek.
Dus bij deze aan alle schoonmakers
van de VU die ooit mijn bureau hebben proberen schoon te maken terwijl het zo’n
troep was: BEDANKT !!
Daarna werd ik in een polikliniek geplaatst, bij de
oogartsen. Die overgang was net zo groot als de overgang naar het flexwerken.
Niet dat ze in die polikliniek flexten. Ik zie het al voor me: de oogarts zit
in de kamer van de oorarts en test of de ogen van de patiënt de piepjes van het
apparaat wel kunnen horen! Maar het was er wel altijd keurig opgeruimd. Echt
een clean desk policy. Ik kwam ook
nooit iets tegen waar ik niet aan mocht zitten. Ik kwam trouwens ook nooit stof
tegen. Het was allemaal in een handomdraai weer schoon. Desinfecteren moest
hier en daar, maar voor de rest tamelijk saai werk. Eerlijk gezegd begon ik te
verlangen naar de rommel bij de uitgever. Daar had je (1) iets te mopperen en
(2) eer van je werk, want je zag tenminste dat je wat gedaan had – al was het
alleen maar het oprapen van alle proppen en stickervellen van de vloer.
En nu, na al die jaren overvolle bureaus en uitpuilende
boekenkasten te hebben schoongemaakt (met alle moeite van dien), mogen onze
schoonmakers deze overgang ook meemaken: clean
desk policy. En omdat ze altijd de desken kunnen schoonmaken en er
nauwelijks kasten zijn, is er ook bijna niets meer echt vies. In een
handomdraai is zo’n flexplek weer helemaal schoon. Desinfecteren hoeft niet. Vandaar
dat ik angstig dacht: Zou er een dag komen dat de schoonmakers in staking gaan
en een slordiger en viezere werkvloer gaan eisen? Zouden ze ooit terugverlangen
naar de kamers met de enorme puinhopen, waarbij je wel het idee had dat je eer
van je werk had?
Voor nu wens ik ze het allerbeste
met deze overgang. En ook voor de komende periode: BEDANKT !!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten