Vandaag was er voor het eerst zo’n moment dat ik me zat
af te vragen: “Wat zal ik nu eens gaan doen?” Ik had besprekingen gehad met
twee collega’s, de een over een gezamenlijke bundel die we gaan uitgeven, de
ander over het onderwijs van volgend jaar. Daarna heb ik mijn persoonlijke
website bijgewerkt – dat gaat het gemakkelijkst vanuit de VU. Ik heb kopietjes
gemaakt voor de colleges van vanmiddag van wat allerlei kerkvaders en
reformatoren over Jesaja 53 hebben gezegd – daar zitten soms juweeltjes tussen.
Calvijn zit er bijvoorbeeld mee in zijn maag, dat Jesaja zomaar opeens van het
onderwerp van de ballingschap van Israël overschakelt op de komst van de
Messias – in Calvijns ogen een sprong van toch zo’n 500 jaar. Dat kon hij
blijkbaar historisch niet helemaal zetten. Hij verzint daar dan een mooie
theorie over: de Messias wordt elke keer ter sprake gebracht als God grote
beloften doet, als een soort waarborg dat het ook werkelijk gebeuren gaat en
als een waarschuwing dat de alledaagse heilsbeloften niet de hele werkelijkheid
is. Er is altijd meer en hoger te bedenken!
Maar goed, toen ik ook die lessen had voorbereid, had ik
dus die gedachte: “Wat zal ik nu eens gaan doen?” In mijn agenda stond alleen
het punt “telefoon doorschakelen” nog, maar de telefoon die op de flexplek
staat waarbij ik nu zit (merk op: ik heb al afgeleerd om “mijn plek” te
zeggen), wil dat doorschakelen niet doen. Dus einde agenda. Thuis zou ik op dit
punt mijn laptop openen en verder schrijven aan mijn artikel over de
Masoretische indeling van Samuël of over de vraag waarom christenen de joodse
Targoem hebben uitgegeven en vertaald in de zestiende eeuw. Diezelfde vraag
zullen ze over driehonderd jaar stellen over mij, denk ik er dan bij… Maar ik
ben niet thuis en ik heb hier die artikelen niet en ook de boeken niet die ik
daarvoor gebruik. En ik vertik het om elke keer als ik hier kom alles in een
grote tas mee te nemen en me een breuk te sjouwen, trein in, trein uit.
Dus verveel ik mij!
Ik kan natuurlijk een collega gaan lastig vallen met de
vraag hoe je je telefoon doorschakelt, maar die zit daar ook niet op te wachten.
Ik kan ook naar de mensa om te eten, maar die is om 1 uur ’s middags zo
overvol, dat ik dan niet meer op tijd voor mijn colleges kom. Ik kan nog een
kop thee nemen, maar daarmee vul je geen drie kwartier. Ik zou ook in mijn vers
gekochte roman The Woman Who Went to Bed
for a Year kunnen lezen, maar dat levert het ongelofelijke gevoel op dat ik
wel eens kopieergedrag zou kunnen gaan vertonen.
Totnogtoe heb ik vooral veel voordelen gezien in dit
flexwerken, maar nu verveel ik mij. En het schrijven van deze blog levert
slechts acht minuten non-verveling op. Want zo langzamerhand nadert het einde
van mijn A4 en vind ik dat ik moet stoppen. Een blog mag toch niet langer zijn
dan dit.
En dus verveel ik mij nu weer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten